Een soufflé is een Frans dessert dat uit de oven rijst en een zachte, luchtige textuur heeft. Het kan zowel zoet als hartig worden bereid. In dit recept maken we een vanille soufflé met een heerlijke, lichte smaak.
Klassieke Soufflé
Een klassieke Franse soufflé is een indrukwekkend dessert dat licht en luchtig is, en ideaal voor speciale gelegenheden. Dit recept voor een vanille soufflé bevat stapsgewijze instructies en handige tips om een perfecte soufflé te bakken die prachtig rijst en indruk maakt. Met de juiste technieken en ingrediënten, zoals opgeklopte eiwitten en een romige bechamelsausbasis, bereik je moeiteloos een professionele soufflé. Geschikt voor zowel beginners als gevorderde koks die iets speciaals willen serveren.
Ingrediënten Klassieke Soufflé
Bereidingswijze Klassieke Soufflé
Ramekins voorbereiden
-
Verwarm de oven voor op 200°C.
-
Vet de ramekins in met boter en bestuif licht met kristalsuiker. Dit zorgt ervoor dat de soufflé beter kan rijzen. Tip: Smeer de boter verticaal op de wanden van de ramekin om het rijzen te bevorderen.
Basis beslag maken (bechamelsaus)
-
Smelt de 30 g boter op middelhoog vuur in een sauspan. Voeg de bloem toe en roer continu met een garde gedurende ongeveer 2 minuten, totdat het mengsel glad is en een licht goudbruine kleur krijgt.
-
Voeg geleidelijk de melk toe, al roerend om klontjes te voorkomen. Blijf roeren totdat de saus dikker wordt en een romige textuur heeft, meestal binnen 3-4 minuten.
-
Haal van het vuur en laat het mengsel lichtjes afkoelen.
Eierdooiers toevoegen
-
Voeg de eierdooiers één voor één toe aan de warme bechamelsaus en roer goed. Dit wordt de basis van je soufflé. Voeg ook het vanille-extract toe en roer totdat alles goed gemengd is.
Eiwitten kloppen
-
Klop de eiwitten in een schone kom tot zachte pieken met een mixer.
-
Voeg langzaam de resterende kristalsuiker toe, terwijl je blijft mixen tot er stijve, glanzende pieken ontstaan. Dit geeft stabiliteit aan de soufflé en zorgt ervoor dat hij mooi rijst.
Eiwitten vouwen in het beslag
-
Neem ongeveer een derde van de opgeklopte eiwitten en roer dit voorzichtig door het dooier-beslag om het lichter te maken.
-
Voeg de rest van de eiwitten toe en spatel dit voorzichtig door het mengsel. Werk langzaam om de lucht in de eiwitten niet te verliezen; dit geeft de soufflé zijn luchtige structuur.
Beslag in ramekins scheppen
-
Schep het beslag voorzichtig in de voorbereide ramekins. Vul ze tot ongeveer ¾ van de rand, en strijk de bovenkant glad.
-
Veeg eventuele morsingen aan de randen af met een doekje, want dit voorkomt dat de soufflé ongelijkmatig rijst.
Bakken
-
Plaats de ramekins op een bakplaat in het midden van de oven. Bak de soufflés gedurende 15-18 minuten (afhankelijk van je oven) op 200°C.
-
Belangrijk: Open de oven niet tijdens het bakken, want de soufflés kunnen dan instorten.
-
De soufflés zijn klaar als ze mooi gerezen zijn en een goudbruine bovenkant hebben.
Serveren
-
Haal de soufflés voorzichtig uit de oven en bestuif ze licht met poedersuiker. Serveer onmiddellijk, want soufflés beginnen snel in te zakken.